h

Scholtissen's treurnis

4 april 2007

Scholtissen's treurnis

De kwestie Scholtissen, de wethouder die achteraf een jaar lang feitelijk geen ingezetene van Heerlen blijkt te zijn geweest, kwam vandaag aan de orde in de Heerlense raadsvergadering.

De SP vindt dat een wethouder een belangrijke voorbeeldfunctie heeft. Een wethouder mag geacht worden de gemeentewet te kennen. Hij dient in elk geval te weten dat hij feitelijk in de stad die hij bestuurt dient te wonen. Elke wethouder dient dat te weten.
SP'er Ron Meyer in het debat over de kwestie Scholtissen.

Hier vind je de volledige tekst van de SP-bijdrage aan het debat:

Voorzitter,In de SP-fractie is uitvoerig gediscussieerd over de kwestie die we nu hier bespreken. Laat ik eerlijk en open zijn: mijn fractie heeft geworsteld met deze kwestie. Ik zal u vertellen waarom.

De SP vindt dat een wethouder een belangrijke voorbeeldfunctie heeft. Een wethouder mag geacht worden de gemeentewet te kennen. Hij dient in elk geval te weten dat hij feitelijk in de stad die hij bestuurt dient te wonen. Elke wethouder dient dat te weten.

Als we de feiten op een rijtje zetten, zien we dat de wethouder vanaf oktober 2005, destijds als raadslid en vanaf 10 april 2006 als wethouder, niet voldoet aan de eis van ingezetenschap in de Gemeentewet en de eis van aangifte van vertrek ingevolge de Wet Gemeentelijke Basisadministratie. De wethouder was gedurende de periode oktober 2005 tot december 2006 ingeschreven aan een adres op de Keerweg. Op 4 december 2006 heeft de wethouder zich ingeschreven op een adres aan de Deken Bemelmansstraat. Feitelijk woonde de wethouder gedurende de gehele periode in het Belgische Sint Truiden.

Opmerkelijk is overigens dat uitgerekend de PvdA veel belang hecht aan in de stad wonende topambtenaren.

Op basis van de feiten dient geconstateerd te worden dat wethouder Scholtissen de Gemeentewet, de Wet Gemeentelijke Basisadministratie en de verordening op de gedragscode wethouders met voeten heeft getreden. In de notitie van de heer Zweipfenning wordt gesproken van het instandhouden van de fictie. De wethouder heeft aldus een ernstige bestuurlijke fout gemaakt. Een fout die ook het college betreurd heeft.

Ter enig vergelijk: mensen met een AOW-uitkering waarvan geconstateerd wordt dat ze samenwonen, en daarmee feitelijk niet wonen zoals geregistreerd, worden daarvoor vervolgd. Wethouder Scholtissen heeft eveneens feitelijk elders gewoond. Echter, de overtredende AOWers benadelen de samenleving financieel. De vraag is in deze in hoeverre de wethouder de stad financieel benadeeld heeft bij de situatie die hij heeft doen ontstaan.

Als het gaat om de zwaarte van de feiten hebben wij de volgende inhoudelijke vragen:- Waarom heeft de wethouder zich op 4 december ingeschreven op het adres van zijn zoon? Kennelijk wist de wethouder dat hij in Heerlen ingeschreven diende te zijn. Hoe verklaart hij dan dat bij de inschrijving op 4 december 2006 op geen enkele wijze door zijn hoofd geflitst is dat hij feitelijk in Heerlen diende te wonen? Hoe verhoudt zich eventuele onwetendheid op dit vlak met het belang dat zijn eigen partij hecht aan ambtenaren die in de gemeente woonachtig zijn?- Heeft de gemeente enig nadeel geleden door de ontstane situatie? Heeft de wethouder bijvoorbeeld extra reiskosten gedeclareerd?

Als het gaat om het oordeel dat wij als raad vellen over deze kwestie, dient deze raad, naar de mening van de SP, de volgende vraag te beantwoorden: verbinden wij op basis van de tot dusverre bekende feiten consequenties aan de handelswijze van wethouder Scholtissen? En zo ja, welke?Om in voetbaltermen te spreken: spreken we hem louter vermanend toe? Geven we hem een officile waarschuwing (gele kaart) of sturen we de wethouder van het veld?

De SP-fractie heeft, zoals ik in mijn inleiding aangaf, geworsteld met deze kwestie. Bestuurlijke integriteit en geloofwaardigheid zijn namelijk geen loze begrippen. De feiten, zoals tot dusverre bekend, geven aanleiding om over de termen integriteit en geloofwaardigheid te discussiren.
Op dit moment luidt onze redenering als volgt: de overtreding van de wethouder is te zwaar om met een reprimande in een debat af te doen. Elke burger heeft zich in beginsel aan wetten te houden, een wethouder heeft een voorbeeldfunctie. De wethouder had gewoonweg beter moeten weten. De SP vindt dat de wethouder op de bon moet. Over de kleur van de kaart heeft mijn fractie lang gediscussieerd. De volgende overwegingen hebben onze huidige conclusie bepaald.

- de wethouder heeft de fout uitdrukkelijk erkend en hiervoor zijn excuses aangeboden;- het s nachts elders slapen heeft feitelijk geen afbreuk
gedaan aan de band die de wethouder al zijn hele leven en ook in de omstreden periode met Heerlen heeft gehad; - de wethouder lijkt de stad geen financieel nadeel te hebben berokkend;- gezien de persoonlijke omstandigheden zou een ontheffing waarschijnlijk verleend zijn;

Voorzitter, het is een uitermate moeilijk kwestie. Een wethouder die inhoudelijk goed functioneert, heeft 2 wetten en 1 verordening overtreden. Tegelijkertijd heeft hij de stad financieel niet benadeeld en goed gefunctioneerd. Alles afwegende komt de SP-fractie tot de volgende conclusie: het handelen en/of nalaten van de wethouder is uitermate teleurstellend. Wij spreken daarover via een motie onze treurnis uit.

U bent hier