vragen uit de fractie over werk en re-integratie bij Nedcar
Ron Meyer stelt naar aanleiding van een artikel in het LD van 23 juni, vanuit de fractie deze vragen aan het college van B&W van Heerlen.
1) Is het juist dat de Zuid-Limburgse gemeenten (waaronder Heerlen) tijd, geld en energie hebben gestoken in de oplossing/overgangsregeling van Nedcar? Zo ja, hoe zag die investering er in totaal uit?
2) Welke voorwaarden voor de investering van gemeenschapsgeld hebben de gemeenten gesteld aan het bedrijf en z'n eigenaar op het vlak van werk(zekerheid) en (arbeids)reintegratie?
3) Welke eisen stelt Nedcar aan mensen uit bijvoorbeeld de bijstand of ww om aan de slag te kunnen? Is het juist dat het beheersen van de Nederlandse taal als een zwaarwegende eis wordt gesteld?
4) Hoeveel mensen zijn er sinds de overgangsregeling aangenomen bij Nedcar? Hoeveel nieuwelingen kwamen er uit Zuid-Limburg, hoeveel uit de omgeving van Genk (de Ford-fabriek) en hoeveel MOE-landers zijn er sindsdien bij Nedcar aangenomen?
5) Op welke basis (welke type arbeids- of reintegratieovereenkomsten) gaat Nedcar in zee met mensen uit de bijstand of ww? Is het (on)juist dat mensen met een ww-uitkering maandenlang met behoud van uitkering (en zonder extra vergoeding) werkzaam zijn bij Nedcar? Zo ja, waarom en hoe zit dat? Zo nee, welke type overeenkomsten worden aldaar aan mensen zonder baan aangeboden?
6) Is dit in lijn met de gemeentelijke steun aan het (overgangs)plan bij Nedcar en/of inzichten van de gemeente Heerlen ten aanzien van reintegratie van Heerlenaren zonder baan?