h

3%

27 april 2006

3%

Recentelijk stuurde Minister Dekker (VROM) een advies-schrijven met betrekking tot de buitenspeelruimtenaan alle gemeenten.In de brief adviseert Dekker de gemeenten om 3% van de voor wonen bestemde gebieden te bestemmen als formele buitenspeelruimte. Zij laat het aan de gemeenten over of zij dit advies opvolgen.

In Heerlen heeft het betreffende schrijven inmiddels geleid tot schriftelijke vragen van de SP-fractie aan het College van B&W.

Geacht College,
Landelijk hebben er discussies plaatsgevonden over kinderen die weinig of niet buiten spelen. De beschikbaarheid van voldoende buitenspeelruimte en het belang van buiten spelen heeft relaties met overgewicht, de motorische en mentale ontwikkeling van kinderen en hun sociale veiligheid en integratie.
Middels een beleidsbrief aan alle gemeenten heeft de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer gemeenten opgeroepen om vanuit de ruimtelijke ordening een bijdrage te leveren aan het beschikbaar zijn van voldoende en goede buitenspeelruimte.
Kinderen verdienen een plek in de Gemeente Heerlen en hebben voor hun ontplooiing en gezondheid voldoende ruimte nodig voor beweging waarbij ook de aandacht moet uitgaan naar bijvoorbeeld factoren als sociale veiligheid, verkeersveiligheid en sociale (in)tolerantie voor buitenspeelruimte.
De Minister verzoekt ook onze gemeente in de ruimtelijke planvorming voldoende ruimte te bestemmen als formele buitenspeelruimte waarbij als richtgetal wordt meegegeven uit te gaan van 3% van de voor wonen bestemde gebieden. Daarbij dient tevens aandacht besteed te worden aan de kwaliteit en bereikbaarheid van de buitenspeelruimte.
Namens de SP-fractie willen wij u de volgende vragen stellen, welke wij u verzoeken binnen de in het Reglement van Orde van de Raad gestelde termijn te beantwoorden:

1. Bent u op de hoogte van de beleidsbrief van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer?
2. Deelt u de mening van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer dat afwezigheid van buitenspeelruimte niet de reden mag zijn voor kinderen om niet buiten te spelen?
3. Kunt u ons informeren hoe de openbare ruimte die momenteel als buitenspeelruimte wordt benut is ingericht in de voor wonen bestemde gebieden?

  1. Voldoet de huidige inrichting aan de lokale behoeften voor buitenspeelruimte?
  2. Voldoet de huidige inrichting aan gerelateerde factoren als bijvoorbeeld sociale veiligheid en verkeersveiligheid?
  3. Voldoet de huidige inrichting aan het geadviseerde richtgetal van 3% van de voor wonen bestemde gebieden?

4. Bent u bereid om naar het percentage van 3% toe te groeien als nu niet hieraan wordt voldaan?
5. Is in de ruimtelijke planvorming voldoende ruimte bestemd als formele speelruimte en wordt daarbij rekening gehouden met het richtgetal van 3%?
6. Kunt u ons informeren hoe binnen de toekomstige ruimtelijke planvorming aandacht is besteed aan formele buitenspeelruimte in de voor wonen bestemde gebieden?
7. Deelt u de gedachte dat buitenspelen een tijdloze waarde vertegenwoordigt en bent u vanuit die gedachte bereid bij te dragen aan de fysieke randvoorwaarden die voor kinderen moeten worden verwezenlijkt om buiten te kunnen spelen?
8. Heeft u concrete plannen met betrekking tot buitenspeelruimten? Zo ja, hoe luiden die plannen? Zo nee, waarom niet en wat gaat u hieraan doen?
Met vriendelijke groet,
Namens de SP-fractie,
Ron Meyer en Petra Smeets

U bent hier